vrijdag 20 februari 2015

Enge marktdenkers

in Management Kinderopvang 10 2014


Hoera voor Estro of niet? Dat was de titel van mijn column van februari 2013. Als ik hem hier ongewijzigd zou herplaatsen, zou niemand het merken. Hij zou midden in de actualiteit zijn. Toen en nu weer. Ik citeer mezelf: ‘Maar toch… heel stiekem, je mag het eigenlijk niet hardop zeggen… misschien was het voor de sector wel goed als Estro geklapt was.’
De durfkapitalisten van Estro zorgen ook nu weer voor veel ophef in de media, in de Tweede Kamer en in de sector zelf. ‘Het gaat me te ver om te stellen dat de hele branche schade is toegebracht’, antwoordt minister Asscher op Kamervragen van de SP. ‘Het overgrote deel van de kinderen in de kinderopvang wordt door de situatie bij Estro niet geraakt.’ De kinderen niet, minister Asscher, maar wel de sector.
Kinderopvang, dat is een commerciële partij. Kinderopvang is iets heel anders dan onderwijs. De kinderopvang is er om geld te verdienen. Estro zorgde ervoor dat kinderopvang bij het grote publiek staat voor marktwerking en durfkapitalisten, zo schreef ik bijna twee jaar geleden. ‘Niet goed voor dat deel van de sector dat zich meer associeert met de zachte waarde in de samenleving, zoals ontwikkeling van kinderen, voorschoolse educatie en aansluiting bij het onderwijs.’
Minister Asscher ziet dit gevaar wel degelijk. In een interview met Management Kinderopvang (juli/augustus jl.) heeft hij het over scholen die de kinderdagverblijven zien als ‘enge marktdenkers’. Toch blijft hij veel waarde hechten aan marktwerking in de kinderopvang. Opmerkelijk voor een PvdA’er. 
Asscher meent dat kritische ouders de markt voldoende tegenwicht bieden. Ik zie wel degelijk dat er steeds meer eisen worden gesteld door ouders, schrijft hij in zijn Kamerbrief. ‘Ondernemers spelen hierop in door steeds meer flexibiliteit aan te bieden en te concurreren op enerzijds de prijs en anderzijds door het bieden van extra kwaliteit bovenop de basiskwaliteit die is vereist.’
Daar heb je de flexibiliteit weer. Eerder reageerde Gjalt Jellesma van BOinK al op dit mantra van Asscher: ‘De minister suggereert een grote behoefte naar flexibiliteit, maar van onze ouders hoor ik vooral behoefte aan stabiliteit.’ (KinderopvangTotaal 18 november 2013) Daarnaast blijkt uit recent onderzoek dat teams die vaak wisselen van samenstelling het risico op zieke kinderen vergroten. Wat dus flexibiliteit?
En prijsconcurrentie? Fijn voor klanten, maar of kinderen daarbij gebaat zijn, is maar zeer de vraag. Want het uurtarief net iets onder dat van de buurman houden, kost geld. Geld dat niet gaat naar kwaliteit. Wie is hier de enge marktdenker?