donderdag 10 mei 2012

Egalitarisme of diversificatie


Column in Management Kinderopvang 5 2012 

De kinderopvang zit vol idealen. Kinderopvang is er om kinderen een goede start te geven. Kinderopvang zou een basisvoorziening moeten zijn. Wie opgroeit met allerlei soorten kinderen ziet anderen niet zo gauw als anderen. Alleen vriendschappen kunnen de multiculturele samenleving redden, schreef Anil Ramdas, journalist en schrijver van Surinaamse komaf. Maar Anil Ramdas is niet meer. Hij maakte onlangs een eind aan zijn leven. Ook de maakbare samenleving is niet meer. Onbedoelde bijeffecten van goedbedoeld beleid werken segregatie in de hand in plaats van integratie. Door succes stijgen de kosten van kinderopvang, dus moet de rem erop. Het peuterspeelzaalwerk hangt op veel plaatsen aan een zijden draadje. En de kinderopvang blijft de speelbal van maatschappelijke ideeën en politieke besluiten. Daar komt nog bij dat niet iedereen in de kinderopvang bezield is met dezelfde idealen. Sommige ondernemers zien kinderopvang puur als een manier om geld te verdienen. Gisteren accu’s, vandaag kinderen in de lege bedrijfsruimte. Een voordeel van welke crisis dan ook is dat je heel duidelijk teruggeworpen wordt op jezelf. Niets is meer vanzelfsprekend. Is wat jij doet wel goed, wel goed genoeg? Spreekt het ouders en kinderen aan? Het voortgezet onderwijs heeft daar de laatste jaren een slag in gemaakt. In de concurrentiestrijd hebben middelbare scholen een steeds duidelijker profiel gekregen. Soms slaan ze daarin door en zijn ze nog alleen gericht op imago en uiterlijkheden. Soms is het goed dat er voor leerlingen in groep 8 wat te kiezen is. Waarom zien ouders wel de meerwaarde van de ene school boven de andere en niet van de ene kinderopvangorganisatie boven de andere? De profilering in de kinderopvang is niet sterk. De weinige ouders die pedagogische beleidsplannen bekijken, zien amper verschil tussen de ene of de andere organisatie. Daar ligt dus een onontgonnen terrein. Ouders willen het beste voor hun kinderen. En sommige ouders zijn zich daar bewuster van dan andere. Daar zou de kinderopvang van moeten kunnen profiteren. Daarbij lijkt egalitarisme niet meer het ideaal te zijn in deze samenleving en Bildung is geen vies woord meer. Sander Pleij schreef er in Vrij Nederland een mooi stuk over (31 maart jl.): een pleidooi voor schoolse en buitenschoolse Bildung. ‘De stemming aan het begin van de eenentwintigste eeuw is dat de mens er niet zomaar op los kan leven, maar dat hij een bewust leven moet “leiden”.’ Bewust levende ouders zoeken kinderopvang die aan die ideeën tegemoet komt. Die is er nog onvoldoende of die is onvoldoende zichtbaar. Maar dat gaat veranderen. Diversificatie zal dus niet langer alleen het toverwoord in het harde bedrijfsleven zijn. Mijn voorspelling is dat diversificatie ook in de kinderopvang een belangrijke rol gaat spelen.
Meer dan een rekensom 


Column in Management Kinderopvang april 2012 

‘Ook maar een mening’, zo zette premier Balkenende in 2007 het rapport van de commissie Davids over de inval in Irak weg. ‘Ook maar een mening’ hebben we sindsdien heel veel gehoord. Conclusies en aanbevelingen in rapporten van deskundigen die we niet kunnen gebruiken, worden zo weggezet. Door alle partijen. Journalist Maartje Bakker analyseerde in de Volkskrant (8 maart jl.) de discussie rond passend onderwijs. Er zijn slechts inktzwarte of rooskleurige scenario’s concludeert zij. ‘De werkelijkheid is grijs, met schaduwzijde en lichtpunten. (…) Als die vandaag in de Tweede Kamer zou worden erkend, dan was het denkbaar dat er hier wat werd ingekleurd en daar wat weggegumd.’ Maar ze heeft er een hard hoofd in: voor zo’n debat zijn zwart en wit veel te ver uit elkaar komen te staan. Ook in de kinderopvang hebben de partijen hun stellingen ingenomen. Subsidie op kinderopvang levert geen extra banen op. Of juist wel. Het CPB versus onder anderen Buitenhek. Maar met cijfers win je deze bezuinigingsronde niet. Cijfers zijn ook maar een mening. Bovendien wordt de kinderopvang weer gereduceerd tot een kostenpost. Zoals Ina Brouwer in de Volkskrant concludeert: ‘Met de huidige bezuinigingen op de kinderopvang krijgen sceptische ouders bovendien het gelijk aan hun zijde. Zodra het moeilijk wordt, wordt de kinderopvang wegbezuinigd of zo duur dat je er niet tegenop kunt werken.’ Met die laatste opmerking ben ik het trouwens niet eens. Hoezo niet tegenop te werken? Thuiszitten is altijd duurder. Voor mijn tweeling betaalde ik dertien jaar geleden twee keer zevenhonderd gulden per maand netto voor een bedrijfsplaats van twee dagen. Veel geld. Ik verdiende dat in een maand nauwelijks zelf. Maar ik vond het belangrijk om aan het werk te blijven. Het zijn maar vier jaar en dan gaan ze naar de basisschool. Sinds die tijd is mijn eigen bijdrage aan de kinderopvang alleen maar minder geworden. Eerst kwam ik in het gelukkige bezit van een gesubsidieerde plaats. Daarna kwam de wet Kinderopvang en ook die pakte gunstig uit. Misschien iets te gunstig en daarvan plukken we nu de vruchten. Zolang de kinderopvang gesubsidieerd zal worden, zal ze speelbal zijn van bezuinigingen. Laten we daarover ophouden, zegt Malou van Hintum (Volkskrant 6 maart jl.): ‘Kinderopvang wordt helemaal niet te duur. Ouders die daarover zeuren zijn verwend.’ Laten we ons concentreren op de grijstinten, op waar ouders echt in de knel komen en waar ouders best wat meer kunnen betalen. Als we dan wat kunnen inkleuren en gummen dan lukt het misschien om de echte pijn eruit te halen. En van kinderopvang meer dan een rekensom te maken van plussen en minnen.
Ontmoetingsplek peuterspeelzaal 


Column in eigenWijs 34 

Mijn dorp heeft één peuterspeelzaal. Daar treffen alle kinderen van het dorp elkaar, uit alle wijken, van alle geloven, uit alle inkomensgroepen. En niet alleen de kinderen, ook de ouders leren elkaar hier kennen. Hier raak je als moeder in gesprek met een boerin uit het buitengebied, een allochtone ouder, de slager, de bakker én de hoogleraar. Maar net als overal wordt ook bij ons de peuterspeelzaal steeds minder bezocht. Ouders die gebruikmaken van kinderopvang brengen hun kinderen meestal niet ook nog naar de peuterspeelzaal. Natuurlijk kan ook het kinderdagverblijf zo’n ontmoetingsplek zijn, waar ouders met verschillende achtergronden elkaar tegen komen. Dat was het ook. Tot er in ons dorp een tweede kinderdagverblijf opende. Heel goed voor de concurrentie. Dat houdt elkaar scherp. Goed ook voor de wachtlijsten. Het nieuwe kinderdagverblijf heeft bovendien een heel andere stijl dan het bestaande. Maar het zorgt ook voor een scheiding tussen bevolkingsgroepen. De kinderen van de schilder, de kapper en de caissière gaan nu naar het nieuwe kinderdagverblijf. De kinderen van de leraar, de verpleegkundige en de advocaat gaan naar het oude. En ze komen elkaar nauwelijks meer tegen. Want ook op de basisschool zet deze ontwikkeling zich door. Ouders kiezen een ons-soort-mensen-school. De ouders op het schoolplein bepalen dus het imago van de school. Op de middelbare school is dat nog meer een item. Gingen 12-jarigen vroeger gewoon naar de dichtstbijzijnde school, nu lopen ouders met hun groep 8-kinderen talloze open dagen af om de beste school te kiezen. Ik beken: ik deed het vorig jaar ook. In grote steden ontstaan zo witte en zwarte basisscholen; sommige middelbare scholen lopen leeg, andere kunnen de toestroom niet aan. Overal experimenteren gemeenten om dit soort ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan. Bijvoorbeeld met een postcodebeleid, waarbij alleen leerlingen worden toegelaten die uit het postcodegebied rond de school komen. Zo’n beleid ligt moeilijk. Wij Nederlanders zijn erg gehecht aan de vrijheid om zelf te kunnen kiezen. Zelfs in Volendam waar het schoolbestuur nog steeds uitmaakt naar welke basisschool je kind gaat, groeit langzaam het verzet tegen deze werkwijze. Maar met het verdwijnen van de ontmoetingsplekken verdwijnt er veel meer dan gemengde kindercentra en scholen. De kloof tussen lage inkomens en middeninkomens, tussen culturen wordt dieper. Er zijn geen politieke partijen meer die sociale klassen verbinden. De levensstijlen van mensen lopen te veel uiteen en de ontmoetingsplekken zijn te divers, schreef de Volkskrant. Ook de peuterspeelzaal is niet meer zo’n plek. Helaas. Want vriendschappen zijn de redding voor de wereld, schreef de onlangs overleden schrijver Anil Ramdas. Alleen vriendschappen kunnen de (multiculturele) samenleving redden.